Maak je geen zorgen : je Alocasia in je woonkamer wordt zeker geen 8 meter hoog maar zal wel een echte eyecatcher vormen! Het meest voorkomende type, de Alocasia Lowii, vormt donkergroene, leerachtige bladeren met witte strepen langs de bladnerven en een donkerrode achterkant. Er zijn ook heel wat bijzondere soorten zoals de Alocasia Zebrina die indruk maakt met haar lichtere, groene bladeren met zwart-wit gevlekte stengels. Omdat de bladeren van de Alocasia uitlopen in een puntige staart, wordt de Alocasia ook wel pijlstaart genoemd.
De Alocasia houdt van een lichtrijke plaats zonder direct zonlicht. Plaats de plant daarom niet direct aan het raam, maar liever wat meer in het midden van de kamer. Als de Alocasia op een donkere plek staat, zal ze geen lange stengels vormen en krijgen de bladeren ook niet voldoende licht om te groeien.
Tip: Draai je Alocasia regelmatig om te vermijden dat de plant maar in één richting groeit.
Je Alocasia groeit het beste in een luchtige en losse potgrond voor kamerplanten. Omdat de plant heel snel groeit, raden we je aan om haar regelmatig – minstens om de twee jaar – te verpotten. De nieuwe pot moet steeds 20% groter zijn dan de vorige. Gebruik bij voorkeur een hoge pot. Zo krijgen de wortels genoeg plaats om te groeien en vermijd je dat ze in water blijven staan. Omdat de stengels heel lang en zwaar kunnen zijn, neem je idealiter een zware pot.
Alocasia’s kan je het beste vermeerderen tijdens het verpotten. Zo kan je een deel van de plant voorzichtig met een scherp mesje afsnijden. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe plantenstek wortels vormt, is een tropische omgeving heel belangrijk. Stop daarom de onderste helft van je stek in een plastic zakje. Zo verhoog je de vochtigheid en bevorder je het groeiproces. Zodra de eerste wortels zijn ontwikkeld, kan je de plantenstek in een nieuwe pot aanplanten. Meer informatie over het vermeerderen van planten, vind je hier.
De Alocasia slaat veel water op in haar stengels. Hierdoor blijven de stengels rechtop staan. Als je plant niet genoeg water krijgt, gaan de stengels slap hangen. Zorg er daarom voor dat de grond steeds vochtig is. Geef liever vaker wat minder water dan minder vaak heel grote hoeveelheden. Als het water zich onderaan in de pot ophoopt, kunnen de wortels gaan rotten. Wortelrot kan je herkennen aan de geelbruine bladranden ; in dat geval helpt het om de plant te verpotten in een portie verse, droge potgrond en de rotte worteldelen te verwijderen. Wanneer enkel de onderste bladeren een gele rand krijgen, hoef je je geen zorgen te maken : oudere bladeren vallen op een bepaald moment tijdens het groeiproces van de plant.
Tip: Gebruik bij het begieten van je Alocasia lauw water. Dit wordt door de plant gemakkelijker geabsorbeerd.
De Alocasia vormt veel nieuwe bladeren en heeft daarom veel voedingsstoffen nodig. Voeg tijdens de groeifase (van maart tot oktober) één maal per week een portie vloeibare meststof toe aan het gietwater. In de winter volstaat het als je de plant één maal per maand bemest. Gebruik hiervoor een speciale meststof voor kamerplanten zoals onze Jungle Fever Voeding.
Tijdens het groeiproces worden heel wat bladeren gevormd terwijl oude bladeren bruin kleuren en afsterven. Verwijder de dode bladeren met een scherp mesje direct tot boven het aardoppervlak. Zo voorkom je dat er kiemen groeien.