De varen is een van de oudste planten ter wereld en brengt op speelse manier wat groen in de woonkamer. Wat betreft standplaats stelt de plant hoge eisen, maar eens ze gesetteld is, is ze een geweldige huisgenoot.
Er bestaan oneindig veel soorten varens die zelfs niet allemaal als kamerplant kunnen worden gehouden. De bekendste soort is de Nephrolepis - net zoals Veerle in ons plantenportret. De geverderde bladeren komen heel goed tot hun recht in een hanging basket. Ook de volgende varensoorten zijn ideale kamerplanten :
Varens houden zowel van een lichtrijke als een schaduwrijke plaats. Aangezien de bladeren kunnen verbranden door direct zonlicht, voorzie je best een dun gordijn. Als het te donker is, kan de plant zich niet optimaal ontwikkelen. De ideale locatie is daarom in een goed verlichte kamer, op een kleine afstand van het raam of in een donkere kamer, net aan het raam.
Naast licht heeft de varen ook nood aan een hoge luchtvochtigheid. Vermijd echter tocht. Bovendien is de varen bijzonder geschikt voor de badkamer. Daar is de lucht vochtig genoeg en krijgt de plant voldoende licht.
Varens groeien het best in een humusrijke, goed doorlatende potgrond. Ideaal hiervoor is een potgrond specifiek voor kamerplanten en palmen. Verpot je plant net na de aankoop zodat de wortels genoeg plaats krijgen om te groeien. Verpot de plant vervolgens om de twee tot drie jaar.
Tip: Profiteer bij het verpotten van de gelegenheid om de wortels van je plant te controleren. Verwijder oude of verrotte wortels en maak de wortelkluit wat los vooraleer je de plant in de nieuwe pot plaatst.
Over het algemeen kan je een varen op drie manieren vermeerderen : via de sporen, via hoofdstekken en door te delen.
Vermeerdering via sporen is heel moeilijk en het duurt vaak meerdere jaren tot je een nieuwe plant hebt. De sporen vormen zich doorgaans op de onderzijde van de bladeren. Daar kan je ze verwijderen en in een nieuwe pot met potgrond plaatsen, zoals bij het zaaien.
Hoofdstekken zijn kleine plantendelen die zich op de bladeren van de moederplant vormen. Je kan ze voorzichtig scheiden van de moederplant en in een bak met vochtige aarde zetten. Bedek de bak met een doorzichtig deksel en plaats de bak op een warme, goed verlichte plaats. Na enkele weken verschijnen de eerste wortels aan de stekjes. Verwijder het deksel regelmatig om de planten ondertussen aan de omgeving te laten wennen.
De eenvoudigste manier om varens te vermeerderen is via deling. Hiervoor haal je de varen uit de pot (trouwens ook het ideale tijdstip om de plant te verpotten). Verwijder de aarde tussen de wortels en maak de wortels wat losser. Vervolgens snij je de wortelkluit met een scherp mes in twee stukken. Zo krijg je nieuwe varens die elk in hun eigen pot worden aangeplant.
Varens hebben heel veel water nodig. Toch moet je overtollig water vermijden. Daarom is het belangrijk dat de pot voorzien is van drainagegaten. Zo kan het water gemakkelijk wegvloeien. In plaats van je varen steeds een klein beetje water te geven, geef je best heel veel water – net zo lang tot het water onderaan uit de pot loopt.
Je varen krijgt ook heel graag een douche. Plaats de plant zonder haar sierpot in de pompbak, de douche of het bad en geef haar een douche met lauw water. Zo krijgen de bladeren genoeg vocht en slorpt ook de wortelkluit zoveel mogelijk water op. Let er wel op dat de pot niet te lang in het water staat. Dus : gewoon kort afspoelen, kort laten drogen en terug in de sierpot plaatsen.
Doordat de varen een hoge luchtvochtigheid nodig heeft, kan je de bladeren met water besproeien. Of nog beter : je kan een bladverzorgende spray gebruiken. Die zal de bladeren zowel bevochtigen als voeden.
Je varen zal je heel dankbaar zijn als je hem af en toe een extra portie voedingsstoffen bezorgt. Je kan meststof aan het gietwater toevoegen maar besef goed dat je plant veel meer water dan voedingsstoffen nodig heeft. Geef daarom je plant eerst water en los pas daarna je meststof op om nog een kleine portie van het mengsel toe te dienen.
Misschien zijn meststofstaafjes met langdurige werking wel de beste oplossing. Deze staafjes duw je om de twee maanden in de potgrond en lossen langzaam op. Zo krijgt je varen gedurende twee maanden alle belangrijke voedingsstoffen.
