Wanneer je je planten goed verzorgt, zullen ze steeds groter worden en zullen ze snel een nieuwe thuis nodig hebben. Hoe je je planten verpot, ontdek je hier!
Na verloop van tijd worden je planten steeds groter en wordt de ruimte in de pot heel krap. Bovendien verliest de aarde stilaan haar voedingsstoffen waardoor de plant verzwakt. Plaats je plant daarom in een grotere pot. Maar hoe herken je wanneer je moet verpotten?
Wanneer de pot, waarin je plant is geplaatst, volledig is doorworteld, kan het wortelnetwerk zich niet meer verder ontwikkelen en wordt de groei van de plant afgeremd. Bij dergelijke planten zal de worteldruk er uiteindelijk voor zorgen, dat de plant uit de pot groeit. Vooral nieuw aangekochte planten zijn vaak in te kleine potjes aangeplant. Geef ze meer wortelruimte zodat ze in de toekomst goed kunnen gedijen. Bovendien verhinder je een eenzijdige groei door te verpotten.
Tip: Haal de plant regelmatig uit de pot om de grootte van de wortelkluit te controleren. Wanneer de verhouding van wortels en pot niet meer correct is, moet je de plant verpotten.
Een nieuwe pot voor je planten
Natuurlijk volstaat het niet om je plant in een nieuwe pot te planten. Zowel het tijdstip als de juiste pot zijn heel belangrijke factoren bij het verpotten.
- Het nieuwe onderkomen van je plant moet zo opgemeten zijn, dat de afstand tussen de rand van de pot en de wortelkluit 3 centimer groter is dan bij de oude pot. Dit zorgt voor de nodige groeireserve.
- Let er tegelijkertijd op dat de nieuwe pot niet te groot is – dan zal de plant namelijk meer energie stoppen in de vorming van de wortels en gaat er te weinig energie naar de ontwikkeling van de bladeren en bloemen.
- Naargelang de groei van de plant verpot je je plant best om de 1 tot 3 jaar. Over het algemeen kan je het hele jaar door verpotten, maar vooral het begin van de groeifase (tussen februari en april) is ideaal.
- Inspecteer je planten vóór het verpotten op de aanwezigheid van insecten (vb. bladluizen en spint) en verwijder ze indien nodig.
Tip: Wacht om te verpotten tot de grond wat droger is. Zo kan je de plant gemakkelijker uit de oude pot halen.
Stap voor Stap verpotten
- 1.
1. Nieuwe pot voorbereiden
Dek de bodem van de nieuwe pot af met kiezels of met potscherven om te voorkomen dat de potgrond door de drainagegaten sijpelt en dat de wortels beginnen te rotten door overtollig water. Vul vervolgens aan met een beetje potgrond.
- 2.
2. De plant uit de oude pot halen
Neem de plant voorzichtig uit de oude pot en schud de oude aarde uit de wortelkluit. Controleer de wortels en verwijder de rotte of uitgedroogde exemplaren. Te lange, dikke wortels kan je inkorten – dit stimuleert de groei.
- 3.
3. De plant in de nieuwe pot plaatsen
Plaats de plant voorzichtig in de nieuwe pot en zorg ervoor dat ze mooi in het midden staat. Zo heeft ze langs alle kanten genoeg plaats om te groeien.
- 4.
4. De pot met verse potgrond vullen
Vul de pot verder aan met verse potgrond. Let erop dat de potgrond is afgestemd op de specifieke behoeften van je planten. Zo hebben cactussen namelijk een andere potgrond nodig dan tomaten.
- 5.
5. De plant rijkelijk water geven
Vul de pot op tot 2 cm onder rand zodat je voldoende plaats hebt om water te geven. Geef je plant vervolgens rijkelijk water. De UNDERGREEN potgronden bevatten reeds een startbemesting zodat je je planten de eerste weken na aanplanting niet extra hoeft te voeden.