De Aloë Vera komt hoogstwaarschijnlijk van het Arabische schiereiland, maar voelt zich tegenwoordig thuis in alle tropische en subtropische gebieden van de wereld. Naast haar populariteit als kamerplant is de Aloë Vera een van de bekendste medicinale planten. Of het nu onder vorm van sap of gel is : de woestijnlelie zou ontstekingsremmende en pijnstillende effecten hebben op bijvoorbeeld brandwonden, zonnebrand of constipatie. Daarnaast geeft de plant ook veel zuurstof af, hetgeen het klimaat binnenshuis verbetert.
De beste standplaats voor je Aloë Vera
Als je haar oorsprong kent, weet je al dat de Aloë Vera houdt van warme en zonnige locaties. Na de winter moet je je plant echter langzaam aan laten wennen aan de zon. Dit geldt ook wanneer je de plant pas hebt aangekocht. Vooral jonge planten zijn wat gevoeliger en brengen de middag het liefst in de halfschaduw door zodat hun bladeren niet verbranden. Net als hun oudere soortgenoten genieten ze buiten van de ochtend- en avondzon.
Tip: Als de bladeren van je Aloë Vera bruin kleuren, kan dit veroorzaakt zijn door zonnebrand. Je plant krijgt dus te veel licht. Als de bladeren heel laag groeien en dus niet recht omhoog staan, krijgt de plant te weinig licht.
Over het algemeen is een zonnige plek op je vensterbank of een beschutte plek op je balkon geschikt. Plaats je Aloë Vera echter niet buiten als de temperatuur ‘s nachts onder de 10°C zakt. Daar houdt de plant niet van.
Aloë Vera correct aanplanten en verzorgen
Aangezien de Aloë Vera heel snel groeit, moet de plant regelmatig (om de twee tot drie jaar) verpot worden. Haal de plant voorzichtig uit de pot en let erop dat de bladeren hierbij niet worden beschadigd. Bovendien is het belangrijk dat je de potgrond voor het verpotten eerst goed laat opdrogen.
Tip: Omdat de Aloë Vera niet altijd rechtop groeit moet je de plant zoveel mogelijk in het midden van de pot plaatsen. Zo vermijd je dat de pot na een tijdje omvalt. Je kan natuurlijk ook een zwaardere pot gebruiken.
Wat de potgrond betreft wordt een zanderige en waterdoorlatende potgrond aanbevolen. Zo vermijd je wateroverlast en laat dat nu net iets zijn waar de Aloë Vera niet van houdt! Plant daarom je Aloë Vera aan in een speciale potgrond voor cactussen en vetplanten zoals onze Cactus Love Potgrond.
Aloë Vera correct water geven
Je Aloë Vera kan water opslaan in haar vlezige bladeren. Een teveel aan water is dus een groter probleem dan een tekort aan water. Wanneer je bent vergeten om je plant water te geven, zullen de bladeren wat slap hangen – ze komen er echter weer bovenop eenmaal je opnieuw water geeft.
Omwille van deze reden geef je tijdens de zomer pas water wanneer de wortelkluit nog licht vochtig is, normaal gezien om de één tot twee weken. Tijdens de winter hoef je praktisch niet te begieten (om de zes weken).
Tip: De kern van de rozet van de Aloë Vera mag niet nat worden om te vermijden dat die gaat rotten. Giet daarom alleen op de aarde en niet op de plant zelf.
Aloë Vera correct verzorgen
De Aloë Vera heeft niet veel voedingsstoffen nodig. Toch mag je niet beslissen om helemaal niet te bemesten. Tijdens de groeiperiode van maart tot oktober kan je om de twee tot vier weken een portie vloeibare meststof toevoegen aan het gietwater. Hiervoor zijn meststoffen voor cactussen en vetplanten bijzonder geschikt. Als je het sap van je Aloë Vera wilt oogsten, bevelen we je eerder een biologische meststof aan zoals onze Cactus Love Voeding.
Verwijder regelmatig het stof van de bladeren van je Aloë Vera met behulp van een lichtjes vochtige doek. Zo kunnen de bladeren genoeg licht opnemen.
Aloë Vera correct vermeerderen
Het vermeerderen van je Aloë Vera gebeurt net zoals bij vetplanten via de scheuten of uitlopers. De stekken zijn de zijstengels van je Aloë Vera, de uitlopers groeien naast de plant in dezelfde pot. Zo ga je te werk :
Bij scheuten :
- Nadat ze ongeveer 10 cm groot zijn, kan je ze voorzichtig verwijderen.
- Laat ze twee tot drie dagen op een warme plaats drogen zodat de snijpunten kunnen drogen.
- Plaats de scheuten in een pot en geef ze regelmatig water.
Bij uitlopers :
- Ook de uitlopers moeten ongeveer 10 cm groot zijn voor ze kunnen verplant worden.
- Laat de potgrond van je Aloë Vera drogen zodat de uitlopers er gemakkelijk kunnen worden uitgetrokken.
- Plaats de uitloper in een nieuwe pot en geef regelmatig water.
Tip: Het kan gebeuren dat de Aloë Vera-plantjes na het verpotten een beetje bruin kleuren. Geen reden om je zorgen te maken – het plantje moet eerst wennen aan haar nieuwe omgeving.
Aloë Vera correct oogsten
Enkel oudere Aloë Vera-planten kunnen worden geoogst. Na ongeveer drie tot vier jaar begint het sap in de bladeren zijn volledige effect te ontwikkelen. Enkel de onderste of buitenste bladeren mogen worden geoogst. Gebruik daarbij een scherp gedesinfecteerd mes zodat de plant niet wordt geïnfecteerd met ziektekiemen.
Nadat je het blad hebt afgesneden, wordt een heldere substantie gevormd die de plant gebruikt om haar wonde te beschermen. Na een tijdje begint de wonde dicht te groeien – hij geneest zichzelf.
Tip: Als je veel bladeren hebt geoogst, wordt de stam aan de onderkant langzaam kaal en dreigt de plant om te vallen onder het gewicht van de bovenste bladeren. Plaats de plant daarom wat dieper in de potgrond zodat ze haar gewicht beter kan verdelen.
Plaats het afgesneden blad verticaal in een pot. Na enkele uren zou het sap helemaal uit het blad moeten gelopen zijn. Je kan het blad ook in de lengte opensnijden en het snap met een lepel verwijderen. Het sap kan je op een gevoelige of geïrriteerde huid aanbrengen.
