Niks is leuker dan tjilpende vogels op het balkon. Met zelfgemaakt vogelvoer help je ze tijdens de koudere maanden een handje in hun zoektocht naar eten.
Sta jij ook regelmatig door het raam te staren om de verschillende vogels op je balkon of in de tuin te bewonderen? Er bestaan verschillende soorten vogels die ook verschillende voedselbehoeften hebben. Niet alle vogels houden namelijk van granen.
Wat eten de vogels?
Niet elke vogel heeft een stevige snavel om peulen van vb. zonnebloempitten en pinda’s op te breken. Vogels die bij ons in het wild leven, kunnen onderverdeeld worden in twee groepen :
- vogels die grove granen eten
- vogels die zacht voedsel eten (vb. fruit of dierlijk voedsel). Vermijd zoveel mogelijk keukenresten zoals brood, gekookte aardappelen of spekblokjes. Deze zijn niet geschikt omdat ze kruiden en zout bevatten die de diertjes ziek kunnen maken
De voedingstabel hieronder geeft je een duidelijk overzicht welk type voedsel geschikt is voor elke vogelsoort :
Voedingstype | Geschikt voer | Vogelsoort |
---|---|---|
Granen | Graanmixen, zonnebloempitten, beukennootjes, pinda’s, pompoenpitten, walnoten en hazelnoten (gehakt), hennep | Vink, mus, sijs, goudvink |
Zacht voer | Appel, rozijnen, graanvlokken, meelwormen, hennep, havervlokken, zemelen, maanzaad, gepelde zonnebloempitten, vet voedsel gemaakt van kleine zaden | Roodborstje, heggenmus, winterkoninkje, merel, spreeuw, lijster, veldlijster |
Alleseters | Granen, fruit, vet voedsel, meelwormen | Mees, specht, boomklever |
De juiste voeding
Om de vogels op het balkon een gevarieerde maaltijd voor te schotelen, gebruik je best een mengsel van zoveel mogelijk verschillende componenten :
- Inheemse zaden vb. zonnebloempitten, havervlokken, pompoenpitten, hennep, gierst, lijnzaad, maanzaad, haver
- Gedroogde lokale bessen vb. rozijnen, duindoorn, rozenbottel, sleedoorn, vlier
- Speciale lekkernijen vb. gedroogde meelwormen, insecten
De drie basisregels
Bij het voederen van vogels zijn er drie regels waarmee je rekening moet houden :
- Voedertijd van de jongen : als je de vogels in je tuin ook tijdens de zomer wilt voederen, moet je het aanbod aan voedsel tijdens de voederperiode van jonge vogels van april tot juli zeker aanpassen. In tegenstelling tot wat aanvankelijk werd aangenomen, weten vogelouders namelijk vaak niet meer wat goed is voor hun jongen. Uiteraard zouden de jonge vogels de eerste weken door hun ouders uitsluitend met eiwitrijke insecten gevoerd moeten worden. Als de ouders echter gewend zijn geraakt aan het voedsel dat door mensen wordt aangeboden, geven ze ook de grove stukjes zonnebloempitten of pinda’s aan hun kinderen. Dit is echter voedsel dat voor de jongen nog onverteerbaar is en dat leiden tot hun dood. Dat kan je heel eenvoudig vermijden door vanaf april grovere noten en peulvruchten uit je voedingsaanbod te halen en te vervangen door fijne zaden of zelfs meelwormen.
- Inheemse zaden : zodra de vogel ze heeft verslonden, zullen de zaden in het voedsel vroeg of laat hun weg naar de natuur terugvinden. Net daarom is het heel belangrijk dat je voor je vogelvoer enkel inheemse bessen en zaden aanbiedt. Goedkope vogelzaadmengsels bevatten steeds weer invasieve plantensoorten die niet op de verpakking vermeld worden. In de meeste gevallen gaat het om planten zoals winde of het bloedrode vingerhoedskruid die als onkruid worden beschouwd en voornamelijk problemen veroorzaken bij landbouwers. Als daarentegen alsemambrosia via de uitwerpselen van de vogels in je tuin terechtkomt, kan dit directe gevolgen hebben voor jouw gezondheid. De plant veroorzaakt sterke allergische reacties die kunnen variëren van tranende ogen tot hoofdpijn en kortademigheid. Bij de aankoop van kant-en-klare voermengsels is het zeker de moeite waard om op de kwaliteit te ltten. En als je absoluut zeker wilt zijn, kan je het beste je eigen mengeling maken.
- Hygiëne : eenmaal de vogels het voerstation hebben ontdekt, duurt het meestal maar een paar dagen voordat aarzelende bezoekers loyale stamgasten worden. Vooral in nestkastjes komen op één dag heel wat bezoekers voorbij. Goed eten bevordert bovendien de spijtvertering. Maak de voerstations en de drinkbakjes daarom regelmatig schoon om verspreiding van ziekteverwekkers te voorkomen. Ook bij de schoonmaak mag je het welzijn van de diertjes niet uit het oog verliezen. Bijtende schoonmaakproducten ruil je best in voor een borstel en kokendheet water. Om te voorkomen dat het voedsel wordt bevuild, is het raadzaam om altijd kleine porties ter beschikking te stellen die op één dag zijn opgeconsumeerd.
Ingrediënten
Door het kiezen van de juiste ingrediënten, zorg je ervoor dat elke vogel de nodige voeding krijgt. Om zelf vogelvoer te bereiden, heb je volgende ingrediënten nodig :
- 400 g geklaarde boter + iets meer om op te vullen
- 400 g voermengsel
- koekjesvormen
- aluminiumfolie
- tandenstokers of satéstokjes
- touw
Bereiding
Bekleed de onderkant van de koekjesvorm met aluminiumfolie en zorg ervoor dat er geen gaatjes worden gemaakt – in geval van twijfel breng je beter een tweede laag aan. Hoewel geklaarde boter met behulp van warm water en afwasmiddel gemakkelijk van het aanrecht kan worden verwijderd, raden we je aan om alle vormpjes op een bakplaat te plaatsen om ze op te vullen.
Dan is het tijd om het vette voedsel te smelten. Verwarm hiervoor de geklaarde boter in de pan en voeg het voedermengsel toe. Bij het opvullen van de vormpjes zal je meteen zien of de aluminium folie goed aangebracht is. Als er wat geklaarde boter op de bakplaat loopt, moet je de folie bijvullen. Dat kan je echter pas wanneer het mengsel is afgekoeld. In ieder geval kan je de tandenstoker of het satéstokje in het mengsel drukken daar waar het touwtje later doorheen moet worden geregen.
Om de vormpjes verder op te vullen nadat de inhoud is afgekoeld, smelt je opnieuw wat geklaarde boter. Laat het mengsel dit keer in de pan afkoelen tot het net vloeibaar genoeg is om in de vormpjes te gieten. Hierdoor kan het reeds uitgeharde vet in de vormpjes niet opnieuw smelten wanneer de vormpjes verder worden aangevuld tot aan de rand met boter.
Om ervoor te zorgen dat de vetkoekjes zonder schade uit de vormpjes kunnen worden gehaald, plaats je de vormpjes best minimaal een uur in de diepvries. Je zal een beetje kracht moeten uitoefenen om de diepgevroren koekjes uit de vormpjes te verwijderen en de tandenstoker door te duwen, maar de koekjes blijven meestal intact en je zal het touwtje, om het vetkoekje op te hangen, veel gemakkelijker kunnen aanbrengen.
Tip: Verwerk niet al het vogelvoer tot vetkoekjes. Veel vogels eten liever het vogelvoer los uit het vogelhuisje of van een beschut schaaltje waar er veel plaats is om te landen.