Over het algemeen kan je een varen op drie manieren vermeerderen : via de sporen, via hoofdstekken en door te delen.
Vermeerdering via sporen is heel moeilijk en het duurt vaak meerdere jaren tot je een nieuwe plant hebt. De sporen vormen zich doorgaans op de onderzijde van de bladeren. Daar kan je ze verwijderen en in een nieuwe pot met potgrond plaatsen, zoals bij het zaaien.
Hoofdstekken zijn kleine plantendelen die zich op de bladeren van de moederplant vormen. Je kan ze voorzichtig scheiden van de moederplant en in een bak met vochtige aarde zetten. Bedek de bak met een doorzichtig deksel en plaats de bak op een warme, goed verlichte plaats. Na enkele weken verschijnen de eerste wortels aan de stekjes. Verwijder het deksel regelmatig om de planten ondertussen aan de omgeving te laten wennen.
De eenvoudigste manier om varens te vermeerderen is via deling. Hiervoor haal je de varen uit de pot (trouwens ook het ideale tijdstip om de plant te verpotten). Verwijder de aarde tussen de wortels en maak de wortels wat losser. Vervolgens snij je de wortelkluit met een scherp mes in twee stukken. Zo krijg je nieuwe varens die elk in hun eigen pot worden aangeplant.