Vurig of toch liever iets minder scherp? De chili is veelzijdig en afhankelijk van de variëteit kan jij je soms sprakeloos maken. Maar in de juiste hoeveelheid zorgt de chili in je gerechten voor een extraatje en wordt een eenvoudig gerecht toch wel pittig.
Jalapeño, Habanero, Chipotle, Cayenne of Thai Chili – er zijn talloze chili- en pepervariëteiten met verschillende pittigheid en grootte. In tegenstelling tot vele andere groentesoorten heeft de Chili niet zo veel plaats nodig en voelt hij zich op een keukenvensterbank best goed, vooral omdat het daar lekker warm is. Hier ontdek je alles over de teelt en de verzorging van chili.
Net zoals haar zusje, de paprika, houdt de chili van een warm, zonnig plekje beschut tegen de wind – bij voorkeur bij temperaturen rond de 25°C. Zet hem dus gerust in de keuken op de vensterbank. Je chili kan ook op het balkon in een zonnig hoekje tegen de warme huismuur worden geplaatst.
Tip: Als je chili heel snel in de hoogte en amper in de breedte groeit, dan is dat een teken van een gebrek aan licht. Plaats de plant meer in de zon, zodat ze haar energie ook in de vorming van bloemen en vruchten stopt en niet alleen in de groei.
Afhankelijk van de variëteit heeft de chili tussen de 60 en 120 dagen nodig vanaf het tijdstip van uitzaaien tot de oogst. Begin daarom reeds in februari of maart met de teelt. Druk de zaadjes ongeveer 1 cm diep in een luchtige potgrond en geef lichtjes water. Dek de zaden vervolgens af of maak gebruik van een mini-serre, zodat ze het warm hebben en goed kunnen groeien.
Tip: Sommige variëteiten kiemen minder goed. Om dit tegen te gaan, kan je de zaden voor het zaaien enkele uurtjes in warm water leggen. Zo krijgen ze een opkikker en zullen ze later beter kiemen.
Zodra zich minstens 2 paar bladeren hebben ontwikkeld, kan je je planten in afzonderlijke potten plaatsen. Dit laat hen toe om hun eigen wortelkluit verder te ontwikkelen. Op het balkon kan je de plant echter pas vanaf midden mei zetten, anders krijgt ze het te koud.
Je chili zal het best groeien in een groentepotgrond, zoals onze Kitchen Passion Potgrond. Deze is perfect op de behoeften van groenteplanten afgestemd. Plant je chili’s naargelang de variëteit op een afstand van ongeveer 35 cm van elkaar. Ze kunnen ook heel goed in potten worden gekweekt. Dit laat je toe om de planten naargelang het weer te verplaatsen naar een beschutte of zonnigere plaats. Gebruik voor je chili’s een pot met een inhoud van minstens 10 L.
De chili vindt haar oorsprong in de Zuid-Amerikaanse tropen, waar het elke dag regent. Daardoor heeft de plant constant dorst en moet ze om de 1-2 dagen water krijgen. Vooral bij sterk zonlicht moet de potgrond elke dag worden gecontroleerd en bij droogte worden begoten.
Tip: Heb je je chili liever wat pittiger? Geef ze dan minder water waardoor ze haar bladeren laag hangen. Daardoor verhoogt het capsaicin-gehalte en wordt de chili pikanter. De pittigheid hangt bovendien ook af van de variëteit. Daardoor zal niet elke chili even pikant zijn.
Chili heeft veel voedingsstoffen nodig en moet regelmatig gevoed worden. Voor een optimale ontwikkeling heeft ze een specifieke groentemeststof nodig, zoals onze Kitchen Passion meststoffen. In perken en in bloembakken is onze Kitchen Passion-meststof met langdurige werking ideaal. De korrels kan je bij de aanplanting in het plantgat strooien. In potten zijn de Kitchen Passion vloeibare meststof of meststofstaafjes eenvoudiger te doseren.
Vanaf midden juli kan je chili geoogst worden. De rijpheid van je chili kan je aan de kleur herkennen – sommige soorten (zoals de Jalapeño) zullen groen zijn, zelfs als ze rijp zijn. Ook de hoeveelheid zon die je plant heeft gekregen heeft een invloed op de kleur van je chili. Je chili’s moeten ten laatste geoogst worden wanneer de peulen beginnen afbrokkelen. Gebruik bij de oogst een scherp mes zodat de scheuten en de andere vruchten niet worden beschadigd.
Je chilipepers kan je na de oogst spijtig genoeg niet zo lang bewaren. Heb je een grote oogst? Laat de pepers dan drogen door ze enkele uurtjes op 40°C in de oven te plaatsen. Eenmaal gedroogd kan je ze nog langer gebruiken.
Omdat de chili heeft gevoelig is aan vriestemperaturen, wordt de plant bij ons vaak na één jaar weggegooid, hoewel de plant ook in het volgende jaar terug vruchten zou kunnen dragen. Wanneer je je chili in een pot hebt geplant, dan kan de plant binnenshuis overwinteren. Let erop dat de wortelen niet te vochtig worden. Je hoeft de plant dus echt niet veel water te geven. In de winter heeft ze ook niet zoveel licht nodig en kan je ze op een donkerder plekje stellen.
