Plantenportret Ranonkel

Of je de bloemen nu in de tuin, in een pot op het terras of in een bloembak op het balkon wilt bewonderen : zorg ervoor dat je ranonkel voldoende licht krijgt. De standplaats moet minstens half-schaduwrijk zijn – of nog beter : in de zon liggen! Als de kracht van de zon geleidelijk aan toeneemt, kan het echter nodig zijn om je plant te beschermen tegen de brandende middagzon. De plant houdt van een humusrijke, licht vochtige grond die net zoals bij vele andere planten niet te vochtig mag zijn. Anders gaan de knollen rotten.

De ideale periode om ranonkels aan te planten is van maart tot april. Vooral buiten mag je niet te vroeg aan de slag gaan aangezien de knollen behoorlijk gevoelig zijn voor vorst.

Eerst bereid je de pot voor. Bedek de bodem van de pot of bloembak met wat grind of potscherven zodat de drainagegaten vrij blijven. In het tuinbed kan het nodig zijn om wat zand met de bestaande grond te vermengen zodat het water gemakkelijker kan weglopen. De ranonkels zijn ook blij met een portie voedingsstoffen. Werk een dosis meststof met langdurige werking in de tuinbodem in of gebruik een voedingsrijke potgrond voor de aanplanting in potten.

Laat de knollen ongeveer drie tot vier uur vóór de aanplanting in water weken. Je zal zien dat het oppervlak van de knollen niet meer gerimpeld zijn zijn, maar een mooi strak uiterlijk krijgt. Dit maakt de ranonkel sterker en hierdoor zal ze beter groeien. Zet de knollen ongeveer vier centimeter diep in de grond. Zelfs als je de knollen eerst in water hebt gedrenkt, moet je ze na de aanplanting water geven zodat de grond goed vochtig is.

Het belangrijkste is dat de grond licht vochtig is maar niet te nat. De beste manier om dit te doen, is door je vinger in de grond te stoppen alvorens je opnieuw gaat begieten. Als het oppervlak nog vochtig is, hoef je niet te begieten. Is het oppervlak daarentegen al opgedroogd, dan kan je plant nog wat water gebruiken. Omdat de behoefte aan water ook gelinkt is aan de temperatuur en de locatie, is het moeilijk om een algemene regel te bedenken over hoe vaak de plant water nodig heeft.

Om ervoor te zorgen dat je ranonkel mooi bloeit, heeft ze voedingsstoffen nodig. Bemesting is daarom een essentieel onderdeel van de verzorging, vooral bij ranonkels in potten en bloembakken. Denk er dus aan om ongeveer elke twee tot drie weken een portie vloeibare meststof toe te voegen aan het gietwater. Als alternatief kan je een meststof met langdurige werking gebruiken zoals onze Nutri Booster voor bloeiende en groene planten. De korrels hoef je enkel in de grond in te werken.

Nutri Booster

Voeding voor bloeiende en groene planten

Ontdek nu

Ranonkels bloeien van april tot juni. Meestal kan je ongeveer twee maanden van de prachtige bloemen genieten. Als je de uitgebloeide bloemen regelmatig verwijdert, groeien er tijdens deze periode constant nieuwe bloemknoppen terug. Meer informatie hierover vind je in de volgende paragraaf.

Als de bloeiperiode voorbij is, kan je de verwelkte bloemen afsnijden. Dit vergroot de kans dat er weer nieuwe knoppen ontstaan. Je moet ook proberen de verwelkte bladeren te verwijderen – vooral in de buurt van de grond. Deze bladeren kunnen namelijk snel rotten en zijn hierdoor vatbaar voor schimmelziekten die zich vanuit de bladeren naar de hele plant verspreiden.

De meeste ranonkelsoorten kunnen de winter overleven als vaste plant en komen in het voorjaar terug. Helaas is de plant niet vorstbestendig. Wil je je ranonkel buiten in de vollegrond overwinteren, dan is een goede vorstbescherming essentieel. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit een laag bladeren of compost. Planten in potten overwinteren is eenvoudiger : je kan de pot tijdens het koude seizoen op een koele, vorstvrije plaats zetten. Een locatie binnenshuis is hiervoor geschikt, bijvoorbeeld in een koele trappenhal.

De vermeerdering van ranonkels is heel eenvoudig : in de tuin verspreiden de planten zich vanzelf. Bij ranonkels in potten kan je na enkele jaren zogenaamde broedknollen uit de wortel verwijderen. Je kan de bollen met een mes afsnijden en vervolgens opnieuw planten als hierboven beschreven.